25 juni 2005

Dag 7: 24/06

Dag 7: 24/06

13.45h. Vrijdag. Le vendredi sacré. Vanmorgen zijn we naar de site gereden. Voor de algerijnen is het vandaag heilige vrijdag en dus wordt er niet gewerkt. Ik ben wel meegereden, maar alleen om wat te internetten en mijne website een beetje properkes te maken. Gelukkig wordt er vrijdags wat vroeger gegeten, zodat we tegen 11.30h terug reden naar de basis. Basis: klinkt precies wel militaristisch. Maar hoe vertaal je anders “base de vie”. Juist. Na de middag is dus ons “vrij” momentje. Ik besluit niet te crashen op mijn bed uit angst vanavond niet te kunnen slapen. Boekje gelezen (de Knack dan nog wel, god-beterd !!), wat muziek opgezet. Die klinkt alleen niet erg geweldig zo uit de speakers van mijne pc. Ik moet onthouden dat ik verder al mijn cd’s op de pc zet als ik thuis ben. Doe me eraan denken. Boekje uit. Wat nu? Allé, dan maar wat wandelen. Gekleed in een short en sandalen valt de hitte (39 graden of zo) best nog te pruimen, ook al omdat er een briesje staat. Vanmorgen was het zelfs bewolkt. Onderweg valt het me weer op in welke prachtige omgeving we ons hier bevinden. Heuvelachtige landschappen in van die aardekleuren waarvoor wij ons een ongeluk betalen om die op de muren te kunnen smeren. In het gamma van Levis zou dat Sahara-geel of Kenegalees-rood heten. Algerijns-bruin ben ik nog niet tegengekomen. Onmiddellijk volgt een minder leuke gedachte: toch spijtig dat we niet de auto kunnen instappen om eens door die heuvels te gaan rondrijden en enkele lokale dorpjes bezoeken. Ik maak mezelf een belofte: ik wil meer van de wereld zien. En liefst zo rap mogelijk. Over het hoe ga ik nu nog niet wakker liggen. Ik maak een lijstje -in willekeurige volgorde- op in mijn hoofd: Ayers Rock in Australie, het binnenkort 8000 km lange trekkerspad in Chili, die vulkaan in Peru: dinges Machu of zo, de Grand Canyon, Siberie, Nieuw-Zeeland, ... Terwijl ik zo loop te verzinnen gaat plots mijne gsm af. Ik schrik me een ongeluk. Iemand bekend hoop ik. “Hallo”. “Monsieur Flamand?”. “Oui, c’est moi”. Eén of andere trezebees van de fleet wil weten hoeveel km ik op mijn Peugeotke heb staan. “Ongeveer 9000” hoor ik mezelf antwoorden. En in gedachten een verwensende “moet je me daarvoor bellen in het midden van een lekker warme wandeling”. “Au revoir”. Net opgelegd bedenk ik dat dit misschien het startsein is van de procedure om mijn voorlopig Peugeotke omgeruild te krijgen in een Alfa. Laten we het hopen. Ik wandel even tot bij het zwembad dat hier -nieuw als het is- ligt te niksen. Naar het schijnt hebben ze geen zin om er geld in steken en zo gebruiksklaar te kunnen maken. Een mens zou voor minder collèrig worden als hij naast een leeg zwembad staat te hijgen bij 40°C. Ik pas het even af: 25 meter op 12. Das dus nog redelijk groot ook.
Allé, ik ga maar eens terug naar mijn bungalowke. Binnen ten laatste vijf dagen krijg ik mijne TV, want dan vertrekt er ene die niet meer terugkomt.’T Is nu 14.06h. De rest van den dag beschrijf ik strakskes wel.
18.49h. Verder niet veel gedaan. Wat in slaap gesukkeld, nog eens dezelfde toer gedaan als daarstraks. Opvallend: veel volk in Belgie dat zijn gsm niet opneemt op een vrijdag (veel is dus twee). Seffens eten. Vanmiddag was het voor het eerst trouwens couscous. Ik dacht van tevoren dat we dat hier iedere dag zouden voorgeschoteld krijgen. Straks wordt het kiezen tussen een film en joggen. Zal van het eten afhangen. Doei.

Geen opmerkingen: