06 augustus 2005

Oran

Dag 44: vrijdag 05 augstus

Vanacht word ik rond vijf uur wakker. Ik hoor een steeds aanhoudend getok dat uit de richting van de badkamer lijkt te komen. Ikke gaan kijken. Na drie meter, bij de eerste stap die ik zet op de tegelvloer, ga ik vol op mijne zak. Plat op mijn bakkes en mijn knie die de val opvangt. Auch ! De vloer is nat en daardoor ben ik dus uitgeschoven. Kennelijk was het “getok” het druppend kraantje van de wc. Ik had dit gisterenavond dichtgedraaid omdat de wc bleef lopen. Dat was blijkbaar beginnen lekken waardoor heel het (overigens piepkleine) badkamertje was ondergelopen. Ondertussen was het water zelfs door het minimuurtje richting “living-slaapkamer” gelopen, met de valpartij tot gevolg. Ik dus nog een kwartier lang met de handdoek het hele zootje wat opgekuist zodat ik met min of meer droge voeten kan gaan pissen.
Vrijdags wordt er voor de fabricommers hier in het hotel iedere week een uitstapje georganiseerd. Bij gebrek aan interesse was het vandaag geen strandbezoek, maar kon je je gisteren opgeven om Oran te bezoeken. Da’s de tweede grootste stad van Algerije en ligt op zo’n dertig kilometer van Bethioua.
Ik citeer even uit onze “guide pratique de sûrete à l’usage des expatries” die iedereen bij zijn eerste aankomst te lezen en ondertekenen krijgt.
“... Aujourd’hui encore, ..., Oran demeure (avant Alger) la capitale de la petite et de la grande délinquance. Et l’actuelle tendance ne semble pas s’inverser. Oran est aussi une plaque tournante de la contrebande: drogue, cigarettes, carburants. … Enfin, et plus grave dans le cadre de notre étude, Oran sert de plaque tournante à l’exportation mais aussi à l’importation de produits et matériels prohibés. Cela demontre, …, les liens entre les réseaux terroristes ou mafieux locaux et leurs homologues installés en Europe”... einde citaat
Om maar te zeggen: Oran is het Charleroi van Algerije.
Gisteren waren er nog zes gegadigden voor het bezoekje. Na de vorige avond blijven we nog met drie over. Des te meer plaats hebben we in het busje. In feite ben ik de enige vreemdeling: H is een halve belg – halve Algerijn, M is een hele Algerijn, maar woont in Frankrijk, en uiteraard is ook D, de chauffeur, een Algerijn.
Na een redelijk normale rit komen we aan in Oran. We passeren langs de haven (waar onze containers geblokkerd zijn !) en rijden verder de heuvel op tot aan de Santa Cruz kerk. Een katholieke kerk in een moslim-land. Van hieruit hebben we een prachtig zicht op de gehele stad. Gelegen langs de kust is Oran een typische grootstad, met zijn prachtige koloniale gebouwen en zijn minder prachtige, maar even interessante oude centrum. Aangezien het vrijdag is, is er zo goed als niks open. Volgens de chauffeur (zelf Oranees van afkomst) zouden we donderdagavond moeten komen, dan is alles open tot 21 uur. Op een vrijdag is er weze geen zak te zien. Maar dat mag dus niet. Enfin, het feit dat ik er eens tussenuit ben doet wel goed. We doen een terrasje en ik drink een verrassend lekker “citroen-sapje”. Na enkele uurtjes rondgereden te hebben en een stop in een typisch souvenierswinkeltje gaat het terug richting hotel.
Ik zet me in de zon op het dakterras, met een boek over Bono (het heet zelfs zo: “Bono over Bono”). De legen flessen en glazen zijn er de stille getuigen van wat er zich gisterenavond heeft afgespeeld.
’t Is al gauw te warm om daar te blijven zitten. De rest van de dag breng ik luierend door op mijn (veels te kleine) kamer. ’s Avonds eten met zijn allen, daarna zet ik me voor mijn pc om de gevleugelde woorden die u momenteel leest neer te pennen.
Al bij al had ik vandaag het gevoel van ietwat vrij te zijn. Hoewel het een dubbelzinnig gevoel is: in Kenenda beschikt iedereen over een ruime bungalow en kun je je een beetje terugtrekken na iedere dag twaalf uren op dezelfde bakkes-en te moeten zien. Hier in het hotel hebben ze iets meer bewegingsvrijheid, maar zit je constant op elkanders gezicht te zien. Ik weet dus niet wat beter is. Kenenda, met zijn omheining, maar ook met zijn frisse lucht, ruime bungalows en contacten met de lokale arbeiders. Of het hotel in Arzew, met de nabijheid van het centrummeke, de mogelijkheden die hier vrijdag aangeboden worden (hetgeen niet echt een vetpot is, maar alla), maar ook met zijn vieze lucht en kleine kamers. De volgende dagen zal dat wel duidelijk worden, denk ik dan maar...
Slaapwel, en tot de volgende zitting...

Geen opmerkingen: