14 december 2005

kaarslicht

Dinsdag 13/12, 21h52.
Donker. Een uur of twee geleden is de elektriciteit uitgevallen. Dat was weer eens lang geleden. Van deze middag namelijk. Maar goed: dáárvoor was het echt wel effe geleden. En juist nu ik me voor het eerst deze maand in het zweet aan’t werken was. Rug, remember. Gelukkig leven we in moderne tijden en werkt een laptop op batterijen. Gewoon verder gedaan, muziekske zo hard als maar mogelijk is uit die miezerige bokskes laten “knallen”. Kaarsje aangestoken. Zonder elentrik ook geen water. Of toch geen druk. Ik dus onder een pisstraaltje een douche genomen. Maar ’t water was gelukkig nog meer dan warm genoeg. En ik ben al ergere varkensstal- en beestenboelachtige toestanden tegengekomen in allerlei bouwsels die voor sporthal en kleedkamers moesten doorgaan, verspreid over het land.
En zo komt het dus dat ik, gezeten op mijn te zachte bed, omgeven door enkel het gelige schijnsel van een kaars en het fletse licht van een computerscherm, met de elektronische tonen van Vangelis op de achtergrond, die eigenlijk de voorgrond is aangezien die miezerige bokskes van weleer aan de voorkant van die laptop van weleer staan, mijn bedenkingen bij dit alles toevertrouw aan de bits en bytes van ons digitale universum. Klaar om via allerlei links, doorheen kabels en zelfs doorheen de lucht en het ijle, via de satelietverbinding door velerlei zogeheten servers uiteindelijk aan een welbepaalde URL toevertrouwd te worden en zo tot het zeer kleine deel van de mensheid die al dan niet niet het geluk heeft over een computer te beschikken met een intel centrino processor, hoewel het ook een andere mag zijn, en ongetwijfeld een breedbandverbinding, want niemand is gek genoeg om via een seriele verbinding een zo machtige website - zo heten die dingen – als deze binnen te halen, tot u, beste lezer, te geworden. En na deze twee zeer volle volzinnen - die ongetwijfeld een grote hoop taalkundige blunders bevatten - denk ik dat ik maar eens ga stoppen. Zo dadelijk mag ik niet vergeten de kaars uit te blazen. Zo niet zal die ongetwijfeld op de een of andere manier uitgaan, alsof die kaars een eigen wil heeft en ze beseft dat wanneer ik, in een diepe slaap gegeleden en mij volop in mijn REM-periode bevind, toch niet zou merken dat ze uitgaat en dat ik, wakker wordend door het zeer onaangename gerinkel en getril van mijn draagbare Nokia telefoon, mij zal afvragen hoe het komt dat een kaars van een zodanig slechte kwaliteit uitgegaan zou zijn. Uit zichzelf als iemand die haar laatste adem blaast en daarmee de kaars. Of was ik gister-avond dan toch niet alleen in mijn donkere kamer?
En nu stop ik echt want ik begin uit pure verveling en inspiratieloosheid wel erg stom uit mijn nek te lullen. Zó stom zelfs dat ik het zelf stom vind. Hoe erg is datte??!??


Allé, nog drie dagen, en dan...

1 opmerking:

Anoniem zei

...en dan... is er koffie!!
En wel in Kapellen bij Bitter en Zoet.
vergeet ze zeker geen bezoekje te brengen he broer.

groetjes,

den broere